Interview met Ayca Szapora
Het creatieve brein als medicijn: Tot nieuwe denkwegen komen voor de uitdagingen op de arbeidsmarkt.
De zorgsector staat onder grote druk. De toenemende zorgvraag en de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt vragen om oplossingen die verder gaan dan traditionele HR-strategieën. Hoe prikkelen we ons brein om buiten gebaande paden te denken en oplossingen te creëren die werken in de praktijk?
Ayca is neurowetenschapper, cognitief psycholoog en bedrijfskundige met een Black Belt in Lean & Six Sigma. Ze is een expert op het gebied van creativiteit in het brein, onbewuste cognitieve strategieën die we gebruiken, en hoe je je denkwijze kunt sturen om tot vernieuwende oplossingen te komen.
Tijdens het HRM-congres in de zorg neemt zij deelnemers mee in hoe je het brein kunt inzetten als krachtig instrument voor innovatie en vernieuwing. In dit interview deelt ze alvast enkele inzichten die ze op het congres verder zal verdiepen.
Waar komt uw passie voor verandering en het creatieve brein vandaan?
Vanaf kinds af aan was ik al heel geïnteresseerd in het denken en in emoties. Ik was benieuwd naar het onbewuste en hoe dromen werkten. Als vijftienjarige heb ik daar op de middelbare school onderzoek naar gedaan en ging ik interviews afnemen.
Een doorslaggevende stap in mijn leven kwam toen ik werkte als strategisch adviseur bij een bedrijf op het gebied van IT en strategie. Ik had ooit ook bedrijfskunde gestudeerd - in mijn eerste leven zeg ik dan altijd. Als strategisch adviseur zag ik hoe er begeleiding nodig was bij systeemveranderingen. Maar uiteindelijk was het succes van de verandering altijd afhankelijk van mensen.
Ik probeerde te begrijpen waarom het niet lukte. Van de ene dag op de andere dag moeten mensen zich op een andere manier gedragen. Om te kijken hoe het nou werkt in de hersenen en wat maakt dat mensen hun gedrag veranderen, ben ik weer de schoolbanken ingegaan om psychologie te studeren.
Wat doen de verschillende delen van ons brein en hoe beïnvloedt dat ons gedrag?
We praten vaak over het reptielenbrein, het zoogdierenbrein en de neocortex. Dit komt voort uit de werking van netwerken en processen. Deze 3 delen maken het makkelijker om een beeld te krijgen en het uitleggen.
Het reptielen brein kijkt naar 3 dingen. Kan ik iets eten? Kan het mij doden? Kan ik mij hiermee voortplanten? De basis is vertrouwen en veiligheid. Tijdens het samenwerken, maar het is ook de basis tijdens verandering van gedrag.
Wanneer je je niet veilig voelt, kun je niet alle capaciteit van je hersenen gebruiken om na te denken. Je kunt de slimste mens ter wereld zijn, maar als je je ergens onveilig voelt, dan kun je je eigen naam vergeten. Deze capaciteit is gekaapt door overlevingsdrang. Je reptielenbrein wil alles automatiseren om energie te besparen.
Vanuit het middelste gedeelte, het zoogdierenbrein, komen onze emoties. Dit deel kijkt naar het beloningssysteem, is iets makkelijk om te doen? Is iets leuk om te doen? Brengt het me wat? Kost het me moeite? Je hebt twee systemen, het plezier systeem en het pijn systeem. Als iets pijn doet, wil je het niet doen. Als iets makkelijk is, wil je het juist wel doen. Deze overweging heeft invloed op ons gedrag.
De neocortex is het stukje dat ons helpt bewust na te denken. Dingen te plannen, te organiseren of bepaalde doelen te stellen. Doelen kunnen zijn het hebben van voornemens zoals: ik ga voortaan gezond leven. Ik ga sporten en wat ga ik allemaal eten en drinken.
In een organisatie kan een voornemen zijn; ‘we gaan lief zijn voor elkaar’ of ‘we gaan vanaf nu altijd op tijd komen’. Die doelen worden gesteld door ons bewuste brein. Daar worden doelen gesteld, dingen georganiseerd, risico’s geanalyseerd en toekomstplannen gemaakt.
Maar ons bewuste brein is veel minder krachtig dan ons onbewuste. Het bewuste brein kan maar één ding tegelijk doen, terwijl het onbewuste brein 11,2 miljoen bits per seconde verwerkt. Dat zijn allemaal parallelle processen. Terwijl ik een gesprek voer, registreert mijn brein onbewust de temperatuur, of ik dorst heb, of mijn lichaam ontspannen is. Zonder erbij na te denken neem ik een slokje water. Het onbewuste is constant actief, terwijl ons bewuste brein maar een ding tegelijk kan doen.
We kunnen een duidelijk doel stellen met ons bewuste brein, maar ons gedrag wordt voornamelijk bepaald door de onderste twee lagen van het brein, het onbewuste.
Soms overstemt een groot doel alles. Zoals mensen die voor Greenpeace werken en echt geloven in wat ze doen. Ze nemen ongemak en onveiligheid voor lief. Maar een heel klein stukje van de bevolking heeft dat in zich en kan dat. Daarom moeten we kijken naar hoe we mensen vertrouwen geven en ervoor kunnen zorgen dat ze elkaar en de organisatie vertrouwen.
Ook moeten we kijken naar hoe we routines kunnen creëren. Herhalende gedragingen en beloningen zijn goed. De betaling hoeft niet altijd de beloning te zijn. Het kan ook een fijne werksfeer zijn met collega’s.
Op papier kan iets kloppen. Er is een doel en er zijn de juiste middelen, dan zou het moeten werken. Zo werkt het alleen niet in het brein. Ik ga naar mijn werk, maar wanneer mensen mijn naam niet eens kennen, zorgt dat er toch voor dat ik met tegenzin wakker wordt. Wanneer ik aankom en iemand vraagt: ‘Hey Ayca wil je koffie?’, dan voel ik me gezien en dat is supermooi.
U heeft het boek ‘Veranderen voor luie mensen’ geschreven. Wat hoopt u dat mensen inzien of anders doen na het lezen van dit boek?
De titel van het boek is natuurlijk een knipoogje. Ik zeg niet dat het voor luie mensen is, maar ons brein wil alles automatiseren en slim en lui zijn. Het brein heeft allemaal trucjes om ons in leven te houden. De belangrijkste boodschap is dat mensen hun eigen bewust zijn, aandacht en brein overschatten. We willen mensen bereiken met ratio en vervolgens overladen mensen met te veel informatie. We overladen mensen met te veel ratio, maar we bereiken mensen met verbinding, met persoonlijke aandacht en eenvoud.
De belangrijkste boodschap: Hou het eenvoudig en maak verbinding.
Er staan natuurlijk meer belangrijke boodschappen in. Aan het eind van het boek volgt een verrassende conclusie: Je zou je brein niet zo serieus moeten nemen, maar daarvoor moet je het boek lezen.
U bent neurowetenschapper, cognitief psycholoog en bedrijfskundige, hoe kijkt u vanuit al deze verschillende perspectieven eigenlijk aan tegen uitdagingen in de zorg, zoals de personeelstekorten?
Als persoon heb ik natuurlijk een mening, daar zit ook een gevoel bij waardoor die mening wordt bepaald.
Vanuit bedrijfskundig perspectief, kijk ik meer naar de processen en productiviteit. En hoe je die productiviteit en bezetting omhoog kunt brengen. Als je vanuit de zorgverlener zelf en de organisatie kijkt, dan kijk je naar hoeveel mensen werken er en hoeveel mensen kunnen we helpen. Dan kijk je hoeveel vinkjes je kunt afvinken.
Vanuit de neurowetenschappen en misschien ook wel mijn persoonlijke perspectief, kijk ik naar hoeveel verbinding je maakt. Het gaat dan niet alleen om het aantal mensen die je hebt geholpen, maar dat je mensen ook persoonlijkere aandacht geeft. Als je bij de zorgverlener, de uitzendkracht of de organisatie alleen maar op de uren let die zijn gemaakt, dan mis je de verbinding en de connectie.
Je slaat ook de plank mis, wanneer je mensen wilt binden met een economische beloning of een op papier gezet doel. Als iemand mij bij aankomt, een kopje koffie aanbiedt en mijn naam weet, dan doet dat meer met mijn dopamine dan wanneer ik 50 euro meer zou verdienen per week. Het is belangrijk dat er echt gekeken wordt naar de persoon.
Waarom zouden HR-professionals en bestuurders in de zorg hun kennis over het creatieve brein moeten vergroten?
Het creatieve brein is niet een brein dat alleen meer schilderijen maakt en kunst creëert. Creativiteit is nodig om verbanden te zien en verbanden zien is oplossingen vinden.
Toen ik vanmiddag een menu ging samenstellen voor mijn verjaardag, had ik ook creativiteit nodig. Dan bedenk ik wat ik zelf kan koken, maar ook wat beschikbaar is in de supermarkt. En is dat ook geschikt voor mijn gasten? Het gaat om allemaal verschillende variabelen, waar ik tegelijk over moet nadenken en die ik moet samenbrengen. Dat is ook creativiteit.
Creativiteit vergt verschillende denkstijlen, divergent en convergent denken. Divergent denken is nodig als er meerdere oplossingen mogelijk zijn voor een bepaald probleem. Daarmee genereer je zoveel mogelijk ideeën en opties. Convergent denken gaat over het analyseren van de mogelijkheden en de beste oplossing selecteren.
Niet alleen HR-professionals en bestuurders hebben inzicht nodig in hun creatieve brein, maar iedereen. Er zijn geen mensen die niet creatief zijn, maar er zijn mensen die in hun creativiteit komen en mensen die dat niet kunnen. Creativiteit is dus een staat en geen eigenschap.
Waar haal jij inspiratie vandaan en hoe zorg je ervoor dat je in een staat komt van creativiteit?
Je neocortex, oftewel je aandacht is beperkt. We kunnen bewust maar aan één ding tegelijk denken. Als je alles bewust moet bedenken, is er beperkte ruimte voor creativiteit. Je aandacht is als een spotlight: Je kunt er heel scherp mee focussen, maar je ziet maar één ding, - slechts een deel van het beeld tegelijk en niet het hele beeld.
Om dat hele beeld te kunnen zien, moet je juist niet focussen, maar ontspannen. Je moet ontspannen, maar niet vanaf het begin zomaar achteroverleunen, want dan gebeurt er niks.
Waarom niet? Omdat je eerst informatie tot je moet nemen. Je moet eerst kennis opbouwen. Net als bij het koken. Je moet eerst een beetje leren koken en begrijpen hoe smaken samenwerken of bij verschillende restaurants gegeten hebben, voordat je zelf iets nieuws kunt creëren.
Hoe werkt dat in organisaties?
In organisaties komen we vaak samen, wanneer er een probleem is. Dan zeggen we: ‘We gaan nu brainstormen.’ Vaak gaan mensen zich zo focussen, dat ze alleen nog maar het probleem of stukjes ervan zien.
Om tot creativiteit te komen is de eerste stap informatie verzamelen. Soms moet je iemand bellen, moet je iets lezen, dossiers doornemen en met elkaar praten. Je mag je nog niet meteen nadenken over een oplossing, want als je dat te vroeg doet. Kom je vaak niet tot de beste oplossing. Het is essentieel om eerst inspiratie op te doen buiten het probleem zelf. Dus niet alleen informatie verzamelen vanuit het specifieke vraagstuk, maar ook vanuit andere vakgebieden. Je kunt het brein voeden met best practices: Hoe doen ze het bijvoorbeeld in andere branches.,
De tweede stap is ontspannen: Je moet totaal iets anders doen: Een pauze nemen, misschien gewoon met je werk bezig zijn of een nachtje slapen. Datgene wat je wilt oplossen, moet je op dat moment niet in je bewustzijn houden, want dan hou je hem in je beperkte capaciteit. Wanneer je het loslaat, kan je onbewuste brein ermee aan de slag.
Na ontspanning, mag je luisteren naar je intuïtie. Je moet leren vertrouwen op je nieuwe ingevingen en wat er bij je opkomt. Dat is het resultaat van je onbewuste brein.
Ingevingen zonder kennis zijn gevaarlijk. Daarom is de eerste stap, kennis verzamelen. En daarna voor onstpanning zorgen. Zeker voor leidinggevenden en mensen die met anderen werken is het cruciaal. Om verbanden te kunnen zien, is het belangrijk om naast kennis verzamelen, ook even afstand te nemen en aan te voelen. Dan zie je ineens het grotere geheel en hoor je vaak iemand zeggen: ‘Wacht eens even. Volgens mij moeten het zo doen.’ Dan denkt iedereen hoe kom je daar nou op? Maar dat komt dus vanuit ontspanning.
Binnen elk probleemoplossingsproces moet er ergens ontspanning worden ingebouwd. Dat is echt een onmisbare stap vanuit de neurowetenschap.
Hoe zou u uw brein inzetten om goede ideeën ook daadwerkelijk tot een succes te brengen?
Als ik het kort moet samenvatten, dan kijk ik altijd naar de kapstok van de drie lagen in het brein.
Eerst: Is er vertrouwen? Hoe is de cultuur? Voelen mensen zich veilig? Kunnen ze zich uitspreken? Want als dat niet op orde is, kun je nog zo’n goede oplossing hebben, maar mensen zullen het niet uitvoeren. Ze zijn dan bezig met hun toekomst: ‘Kan ik hier nog blijven en kan ik mezelf zijn? Wanneer collega’s zich niet gehoord voelen of geen reactie krijgen op een mail, dan haken ze af.
Tweede: Kijken naar de processen. Vinden mensen het leuk om die processen te volgen? Helaas is het niet altijd mogelijk om alle taken of alle processen leuk te maken, maar je kunt ze wel makkelijker maken. Net als bij de Zorgwerk app, dat je je snel en makkelijk kunt inplannen, zorgt ervoor dat mensen geen beren op de weg zien.
Als derde: Is de communicatie eenvoudig? Is het doel helder? Als het niet helder is dan haken mensen ook af.
In het kort: Goede ideeën kun je tot een succes brengen- wanneer je niet alleen kijkt naar bewuste processen, maar ook kijkt naar wat het onbewuste brein nodig heeft.
Thema's waar u vaak op ingaat zijn betrokkenheid en verbinding. Waarom zijn ze volgens de neurowetenschap zo belangrijk? En wat zou de rol van deze thema's kunnen zijn in de zorg?
Nogmaals, we kunnen alles goed geregeld hebben: onze doelen kunnen helder, eenvoudig en goed gecommuniceerd zijn. Onze faciliteiten, processen of middelen kunnen ook prima zijn. Maar als we geen echt contact hebben met mensen, als er geen persoonlijke aandacht is, dan missen we een enorme motor.
Want wij gaan pas echt ‘aan’ als we ons gezien en gehoord voelen. En dat is zó krachtig. Je kunt iemand een miljoen betalen, maar als die persoon zich niet erkend voelt, dan haakt hij of zij op een gegeven moment toch af. Dat zie je ook bij mensen die ogenschijnlijk succesvol zijn, beroemdheden of rocksterren. Die hebben álles, en toch voelen ze zich soms ongelukkig, omdat ze die echte verbinding missen.
Dus als we dat aspect niet erkennen, dan is dat echt zonde. Het vertraagt niet alleen prestatie, maar het maakt de wereld ook minder mooi. Want als mensen zich gezien en gehoord voelen, worden ze gelukkiger en komen ze vanzelf in beweging. Het is een oer-behoefte van ons als mens. Het hoeft niet groot te zijn. Wanneer je iemand in de gang tegen komt en een praatje maakt; als ze praten luister je aandachtig, dan creëer je vertrouwen. De ander voelt zich gezien. Deze momenten ontstaan niet in inhoudelijke vergaderingen, maar die gebeuren vaak op de locatie, bij de koffiemachine tussen meetings door. Als je even een praatje maakt en iets vraagt, dan voelen mensen zich verbonden. Dat maakt dat ze beter luisteren in een meeting, meer aanwezig en ontspannen zijn en minder stress ervaren.
Dit geldt niet alleen voor HR-professionals in de zorg, maar ook voor het werk van de zorgverlener zelf. Je bent dan niet alleen klaar met je werk, maar je geeft iemand een goed gevoel door hen echt te zien en contact te maken.
Welk breinexperiment of denkoefening zouden HR professionals vandaag nog kunnen uitproberen in hun team of organisatie?
Een klein maar superkrachtige tool is de als-dan methode. Daarmee maak je de acties eenvoudig en concreet. Dus je maakt een als-dan stelling voor elk doel.
Ik ga meer sporten’, werkt niet - want daar kan je brein niks mee: het is te vaag. Wat wel werkt- ‘Als het dinsdagavond 8 uur is, dan ga ik 30 minuten lopen. Dat wordt een algoritme, je brein weet wat het moet doen.
Zo werkt het ook bij organisaties. Niet zeggen: ‘We zijn voortaan lief voor elkaar,’ maar ‘Als we elkaar in de gang tegenkomen, dan zeggen we gedag.’ Dan wordt het duidelijk uitvoerbaar en herhaalbaar. Dat is de kracht.
Als je een kleine verandering aan een bestaande routine plakt, dan werkt het ineens wel.
Op 23 september 2025 verzorgt Zorgwerk een sessie met op het HRM congres in de zorg, met Ayca Szapora als spreker, over de kracht van het creatieve brein. Ayca legt uit hoe het creatieve brein ingezet kan worden om nieuwe oplossingen te bedenken, maar ook hoe je goede ideeën tot een daadwerkelijk succes brengt. Ze geeft praktische handvaten en voorbeelden mee. Ze benadrukt dat iedereen een creatief brein heeft, maar nog niet iedereen weet hoe je je creatieve brein echt kunt benutten.